Dierbare broeders en zusters, door middel van de evangelielezing die we eerder hebben gehoord, wil ik u allen uitnodigen om na te denken over twee woorden van Jezus: Onderhouden Zijn Woord en er zal een Helper gezonden worden.
1. Jezus zei: "Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn Woord onderhouden." Onderhouden aan Gods woord is een concrete daad om God lief te hebben. Iemand kan zichzelf geen liefhebbende God noemen als hij Gods woord niet wil onderhouden.
2. Het woord in kwestie is het nieuwe gebod om elkaar lief te hebben, dat vorige zondag werd voorgelezen. Dit gebod werd door Jezus een nieuw gebod genoemd, omdat de uitnodiging om anderen lief te hebben is zoals Christus, die ons al liefgehad heeft.
3. Het woord om elkaar lief te hebben kwam van Zijn Vader, die Jezus gezonden had (vers 24). Jezus bracht dit over zodat Zijn leerlingen zouden begrijpen dat wat Hij zei geen liefde was die uit de wereld komt, maar liefde die komt uit de hemel. Liefde die uit de wereld komt, is zeer beperkt; er is een wederkerige relatie, bijvoorbeeld: Ik wil van je houden zolang jij van Mij houdt of ik hou van jou omdat jij van Mij hield. Liefde die van God komt, is eeuwig en stroomt eindeloos. In het leven van Jezus werd goddelijke liefde geopenbaard in het geven van Zichzelf en Zijn leven om de mensheid te redden.
4. Het liefhebben van God manifesteert zich in gehoorzaamheid om goddelijke liefde in het dagelijks leven uit te dragen. De dader van het woord zal zegeningen ontvangen door de aanwezigheid van God in zijn leven. Er ontstaat een steeds nauwere eenheid tussen de Vader en Jezus met de dader van het woord.
5. Om het woord te kunnen uitvoeren, hebben mensen de aanwezigheid van een helper nodig. De helper zal gezonden worden en zijn aanwezigheid zal Jezus' woorden werkelijkheid maken en uitvoerbaar maken. In die zin spreekt het Evangelie van Johannes feitelijk over ons dagelijks leven. De aanwezigheid van een Helper is aanwezig op onze levensreis. Net zoals de leerlingen nieuwe wegen begonnen te vinden in de maatschappij en hun eigen leven, zo kunnen wij nu voelen en geloven dat de Heilige Geest ons helpt wanneer we in moeilijkheden verkeren, onder druk staan. De Helper werd door de Vader gezonden in de naam van Jezus. De Vader die in ons leeft, weet dat we hulp nodig hebben, dus voordat we erom vragen, heeft Hij de Heilige Geest gezonden om ons te helpen. De Helper let op de bewegingen in ons leven, zonder dat we het ons altijd realiseren. En wanneer Hij ons in nood aantreft, zal Hij komen voordat we de tijd hebben om Hem aan te roepen, omdat Hij om hulp is gevraagd door Jezus, door Hem wiens woord wij gehoorzamen.
De Helper is aanwezig te midden van ons. Zijn aanwezigheid is geen "monopolie" van iemand die vrijgeviger is, die beter in staat is om goed te doen, die spiritueler is dan anderen. Dat is niet wat er bedoeld wordt. De Helper is aanwezig te midden van de mensen. Hij brengt een groep mensen tot leven. De Helper wordt naar ons allemaal als kerk gezonden, niet slechts naar een specifiek individu, omdat de volmaaktheid van het leven voor ons allemaal bedoeld is. Samen streven we ernaar om het woord van God in ons leven te realiseren. Gevoeligheid voor elkaar als leden van de kerkgemeenschap zal het voor ons gemakkelijker maken om dat woord te gehoorzamen en de aanwezigheid van de Heilige Geest in ons dagelijks leven te ervaren.
1e
lezing: Hand. 15, 1-2. 22-29; 2e lezing: Openb. 21, 10-14. 22-23; evangelie: Johannes 14, 23-29
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden, mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft, onderhoudt mijn woorden niet; het woord dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft. Dit zeg Ik u, terwijl Ik nog bij u ben, maar de Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u. Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden. Gij heb Mij horen zeggen: Ik ga heen, maar Ik keer tot u terug. Als gij Mij zoudt liefhebben, zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan Ik. Nu, eer het gebeurt, zeg Ik het u, opdat gij, wanneer het gebeurt zult geloven.