Preek van 21 september 2025

Preek van 21 september 2025

25zondag door het jaar

Eerlijkheid gebiedt me te bekennen dat ik het met Jezus’ parabel ditmaal vrij moeilijk heb. Je mag dan nog al je geld wegschenken, wanneer er onrecht aan kleeft, hou je het onrecht in stand. En wanneer je dat geld dan nog uitdeelt uit eigenbelang dan sta je wel veraf van onbaatzuchtige liefde. In deze zin spreekt men van een crisis-parabel. Een boodschap die niet welluidend klinkt in onze oren, maar een crisis verwekt in ons vroom burgerlijk leven. Net als elke gelijkenis bestaat ook deze parabel uit twee delen. Er is het verhaal over een alledaags voorval én er is de levenswijsheid die eruit volgt. De uitspraken van Jezus mogen dit duidelijk maken.

Laten we daarom eerst bij het voorval stilstaan. Het verhaal vangt aan met een rijk man. Hij heeft een rentmeester van wie verteld wordt dat deze zijn eigendom verkwist.

De rijke man roept hem bij zich en vraagt verantwoording. Maar, nog voordat de rentmeester het kan uitleggen, Is het besluit al genomen: je kunt niet langer rentmeester blijven. Deze nu overlegt bij zichzelf: “ Ik heb geen zin om te gaan spitten of te bedelen .” En hij krijgt een idee. Hij probeert de schuldenaars van zijn heer voor zich te winnen door de schuldbewijzen te vervalsen. Zo zal hij vrienden maken bij wie hij zo nodig kan aankloppen. Wel zorgt hij er voor dat de schuldenaars zelf de akte wijzigen. Hij pleegt valsheid in geschrifte, met andere woorden. Toch wel heel eigenaardig dat zijn heer hem prijst omdat hij slim heeft gehandeld. Maar net op straat gezet, en nu de loftrompet.

Welke levenswijsheid wij uit zo’n bedrieglijk feit halen is niet eenvoudig. Jezus haalt er zes waarvan ik de mooiste weerhoud: “Wie betrouwbaar is in het kleine, is ook betrouwbaar wanneer het om heel veel gaat”. We noemen dit vandaag ook wel eens integriteit. Het gaat dan om mensen die even doorzichtig zijn in hun spreken als in hun doen. Zo is de rentmeester uit ons verhaal al even plots zo’n integer iemand geworden. Ook al was hij nog slechts lucht voor zijn heer, hij dacht niet aan het eigen hachje en werd bondgenoot van hen die hij vroeger geminacht en bedrogen had.

Tot slot wijst Jezus ons erop dat je niet tegelijk God en de mammon kunt dienen. Integere en betrouwbare mensen vallen niet meteen op, ze halen de krantenkoppen niet, maar blijven zichzelf, ook wanneer het tegenzit of wanneer hun actieve leven eindigt. Ze hebben – met Jezus’ woorden – met beleid gehandeld en geleefd. Mensen met macht en aanzien daarentegen scoren in het openbaar heel hoog maar vallen al te vaak een tijdje later heel diep en zijn al even vlug vergeten als ze gekend waren. Aan ieder van ons om betrouwbare mensen te zijn. Mensen waarop men kan rekenen, Wier ‘ja’ ook een ‘ja’ blijft . Mensen die in hun leven ook betrouwbaar zijn In verhouding tot God, in hun gebed, In hun dienst aan de naaste, bij voorkeur Aan hen die meetellen, die afgeschreven zijn.

1e lezing: Amos 8, 4-7; 2e lezing: 1 Tim. 2, 1-8; evangelie: Lucas 16, 1-13
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
In die tijd sprak Jezus Hij tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijk man die een rentmeester had, die bij hem werd aangeklaagd, dat hij zijn bezit verkwistte. Hij riep hem dus en vroeg: Wat hoor ik daar van u? Geef rekenschap van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf: Wat zal ik doen, nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt? Spitten kan ik niet, en te bedelen daarvoor schaam ik mij. Ik weet al wat ik ga doen, opdat zij mij na mijn ontslag als rentmeester in hun huis opnemen. Hij ontbood de schuldenaars van zijn heer, een voor een, en zei tot de eerste: Hoeveel zijt ge aan mijn meester schuldig? Deze antwoordde: Honderd vaten olie. Maar hij zei: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; ga gauw zitten en schrijf: vijftig. Daarop vroeg hij nog aan een tweede: En hoeveel zijt gij schuldig? Deze antwoordde: Honderd maten tarwe. Hij zei hem: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; schrijf: tachtig. De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester dat hij met overleg had gehandeld, want de kinderen van deze wereld handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht. Zo zeg Ik u ook: Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat, wanneer die u komt te ontvallen, zij u in de eeuwige tenten opnemen. Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grote; en wie onrechtvaardig is in het kleinste, is ook onrechtvaardig in het grote. Zijt ge dus niet betrouwbaar geweest in de onrechtvaardige mammon, wie zal u dan het waarachtige goed toevertrouwen? Als ge niet betrouwbaar zijt geweest in het beheren van andermans goed, wie zal u dan geven wat gij het uwe kunt noemen? Geen knecht kan twee heren dienen, want hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.’