Pasen is stuk. Zo kopte een landelijk Dagblad gisteren op de voorpagina. Er was een kapot gevallen ei te zien als afbeelding. Pasen is stuk. Klopt dat wel? Kan dat überhaupt? Wel als je het stukje tekst las onder deze kop en bij deze afbeelding: Pasen is stuk, gebroken door zorgen en verdriet door overlijden, door afstand tussen mensen, door oorlog en geweld. Dat de wereld deels stuk is en verder afbrokkelt klopt wel. We kunnen ons afvragen: hoe diep kunnen we nog zakken. Duizenden doden per dag en niet alleen door oorlog maar ook door honger veroorzaakt door politieke onwil om voedsel door te laten. Onze beschaving slijt door de mens die voor zichzelf zorgt en niet verder kijkt. En toch zeg ik nee. Ga ik de straat op en vraag ik mensen wat Pasen betekent dan zal er niet veel uitkomen. Eieren en Paashazen wat heeft het er mee van doen? En toch nee. Vanuit onze volkomen kwetsbaarheid zouden we ons juist in Pasen moeten herkennen en het heil moeten zoeken. Als er nu ergens zichtbaar wordt gemaakt wat Pasen is dan is het in het geloof. Misschien moeten we eerst nog wel verder zakken, maar vanuit gelovig perspectief zou het juist in deze kwetsbaarheid pas echt Pasen kunnen worden. Hier zie je hoe het echte Pasen revolutionair is. Zo revolutionair dat we de lichamelijke opstanding van Jezus hebben weggeredeneerd achter een mythe, een symbool, een metafoor. Uit de Bijbelse getuigenissen over de verrijzenis staat onomstotelijk vast dat het om een historisch en daadwerkelijk gebeuren ging. Er is een tijd, een specifieke plaats, bepaalde met name genoemde personen. Steeds maar weer klinkt diezelfde boodschap: men heeft Jezus gedood door hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt. Voor Joden een aanstoot, voor Grieken een dwaasheid.
Waarom is deze boodschap van de lichamelijke opstanding zo belangrijk? Ja, het is zelfs de kern van ons geloof. Paulus zal zelfs zeggen dat als Jezus niet uit de dood verrezen zou zijn wij van God een leugenaar maken en onszelf onsterfelijk belachelijk zouden maken. En doen we dat ook eigenlijk niet. Hebben we van Pasen niet een feest gemaakt door juist niets te willen voelen en ons terug te trekken in onze eigen denkwereld zonder over de grenzen heen te kijken? Alles staat of valt met ons geloof in de verrijzenis. Waarom? De verrijzenis laat zien dat er meer is dan onze zichtbare wereld. De verrijzenis betekent een definitieve doorbraak van de geweldspiraal waarin de de machtigen van deze wereld ons proberen te trekken. De verrijzenis is het definitieve ja van God tegen ons mens zijn en zijn kwetsbaarheid. Samen met Hem zijn we de vasten en de Goede week doorgekomen. Waarom niet mee gaan tot de eindstreep, de verrijzenis, het leven door de dood heen. Toen ik op Witte Donderdag de voeten van de mensen waste en ze kusten voelde ik voor het eerst ten diepste wat het is om dienstbaar te zijn. Niet mijn wil maar Gods wil door mij geschiedde.
In deze crisis lijkt het inderdaad alleen maar te gaan om meetbare cijfers. Iedere dag horen we weer uit alle landen de getallen van zoveel doden, zoveel bommen, krijgshaftige taal. Een mijnheer die zijn zoontje meeneemt naar het hoofdkantoor van de wereld, het Witte Huis. Maar we zijn al zover dat we zelf bedenken: dat is niet de werkelijkheid. Er is meer dan het zichtbare. Er is die onzichtbare blik in iemands ogen die geruststelt, een glimlach die moed geeft. De dood is het einde van de zichtbare wereld maar door uit de dood op te staan laat Jezus zien dat er meer is dan deze zichtbare, vergankelijke wereld. Een wereld, een andere, een nieuwe wereld die ons toelacht, aankijkt maar je moet er jezelf wel voor openstellen.
Na zijn verrijzenis uit de dood noemen de leerlingen van Jezus Hem consequent Heer, Kurios. Een titel die alleen maar toekwam aan de keizer, de grote machtige heerser van Rome die maar één antwoord had om te kunnen heersen, namelijk het gebruik van geweld. Jezus zelf was onschuldig ten prooi gevallen aan een van de meest gruwelijke vormen van geweld, de kruisdood. Gruwelijk om zo te sterven met de bedoeling om de mond te snoeren, de macht van de heerser te behouden. Door Jezus uit de dood te doen opstaan laat God zien dat er een ander antwoord is om te kunnen heersen: namelijk de liefde. Liefde is sterker dan de dood.
De verrijzenis is Gods definitieve JA tegen zijn mensen, maaksel van zijn eigen handen. Na die gruwelijke moord op Gods eigen zoon had God, zeker volgens de klassieke Romeinse en Griekse godsdienst alle reden om de mens te vernietigen met vuur, water, en alle andere elementen van deze aarde. Weg ermee. Nu is het genoeg! God zegt echter nee tegen vernietiging en ja tegen het nieuwe leven. het nieuwe leven waarin de kwetsbaarheid van de mens niet verdwijnt. Jezus blijft zijn wonden dragen. Wonden die een aanklacht zijn maar het zijn tegelijk de openingen waardoor zijn barmhartigheid ons zal omarmen. Juist in deze tijd waarin wij onze menselijke kwetsbaarheid zo ervaren, mogen we in de kracht van de Verrezene ook de zorg, de liefde ontdekken dat God JA tegen ons zegt. Een JA dat zich uit in zoveel vormen van creatieve liefde, volgehouden hoop en diep geloof van zovelen. Maar wij zeggen wij ook Ja tegen God. Zeggen wij Ja tegen iemand die zich helemaal heeft gegeven, op allerlei wijze is bespot. Als we daar Ja tegen zeggen; we gaan verder met je mee dan zeggen we ook nee tegen de enorme puinhoop die er heerst en die de mensheid er van maakt tegen het kapotmaken wat mooi is, Gods eigen schepping, zijn geboortecadeau aan ons. God laat ons zien hoe dat moet. Ja zeggen tegen de mens die lijdt, ja zeggen tegen de mens slachtoffer is, ja zeggen tegen je eigen kwetsbaarheid en verdriet. Het zijn haast clichés maar meer woorden hebben we niet
Pasen is niet stuk…Pasen kan niet stuk! De Heer is waarlijk verrezen. Er is meer dan dood, gebrokenheid, zorgen en verdriet. De Heer is waarlijk verrezen! Hij regeert met geweldloze liefde. De Heer is waarlijk verrezen! God zegt JA tegen mijn kwetsbaarheid. Jij bent mijn zoon. in jou heb ik welbehagen! Pasen is de kern van ons geloof als we dat niet geloven dan is het inderdaad stuk, einde oefening. Laten wij als broeders zaadkorrels van hoop zijn in deze wereld. Moge in ons de hoop uitgroeien door het onzichtbare zichtbaar te maken; door geweld tegen te gaan met echte liefde en ja te zeggen tegen alle kwetsbaarheid omdat Hij daarin leeft en wij dus ook Ja tegen Hem zeggen.
1e
lezing: Hand. 10. 34a. 37-42; 2e lezing: Kolossenzen 3, 1-4; evangelie: Joh. 20, 1-9
De evangelietekst uit de Willibrordvertaling 1978:
Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena, vroeg in de morgen - het was nog donker - bij het graf en zag dat de steen van het graf was weggerold. Zij liep snel naar Simon Petrus en naar de andere, de door Jezus beminde leerling, en zei tot hen: ‘Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.’ Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Voorover bukkend zag hij de zwachtels liggen, maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde, kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen, maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats. Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en geloofde, want zij hadden nog niet begrepen hetgeen er geschreven stond, dat Hij namelijk uit de doden moest opstaan.